De Shiba Inu.

De Shiba Inu is een rashond en komt oorspronkelijk uit Japan. De Shiba Inu valt onder de kleine rassen, hun schofthoogte is tussen de 37(teefje) cm en 40(reu) cm. Het ras valt onder de keesachtige en oertypen (ze staan heel dicht bij de natuur). De Shiba Inu heeft een oosters uiterlijk wat te zien is in hun brede schedel, de dikke wangen, de kleine driehoekige ogen die schuin staan en donker van kleur zijn, de oren zijn driehoekig en staan rechtop.

De Shiba Inu  is een statige hond, heeft veel zelfvertrouwen en dat straalt er ook helemaal vanaf. Ook zijn ze heel nieuwsgierig, heel trouw, lief, waaks (maar blaft weinig alleen als het echt nodig is) en onafhankelijk.

De Shiba Inu is heel geschikt als huishond, ze houden van gezelschap en zijn ook heel goed met kinderen.

Ook cursussen volgen en trainen en showen vinden ze leuk, ze leren snel (dus ook de foute dingen).

De Shiba Inu kan soms ook heel eigenwijs zijn, zo is het moeilijk om ze buiten los te laten lopen, doordat ze zo dicht bij de natuur staan, kunnen ze zo achter iets aan gaan en luisteren dan niet meer. Omdat ze van nature jachthonden zijn, waar ze vooral op klein wild en vogels jagen, een vogel kunnen ze rechtstandig uit de lucht plukken.

Dit jachtinstinct is voor sommige mensen niet altijd leuk.

De Shiba Inu heeft een karakter van een leider, daarom moet een eigenaar heb de baas zijn en blijven. Al is het aan het uiterlijk van de Shiba Inu niet te zien omdat ze klein zijn en wat van een vosje weg hebben. Maar een Shiba Inu heeft een consequente opvoeding nodig dus als het nee is moet het ook nee blijven, want als je een keer ja zegt dan heeft de Shiba Inu gewonnen.

De Shiba Inu is dol op rennen, springen, lopen, en andere actieve bezigheden.

In huis is de Shiba Inu heel rustig, alleen als ze even alleen geweest zijn en je komt thuis dan zijn ze even heel enthousiast maar dat is ook snel weer over en zijn ze heel rustig.

Ook is de Shiba Inu geen echte sloper in huis, maar het kan natuurlijk wel voorkomen dat er een snoertje of iets dergelijks wordt gevonden om lekker op te kluiven.

De Shiba Inu kan ook heel goed alleen zijn, zeker als hij daarnaast voldoende beweging en aandacht krijgt en het van pup af aan is aangeleerd.

Ze hebben een losse band met mensen, maar als hij weet wie de baas is zal hij die goed gehoorzamen.

Ook kan de Shiba Inu goed met andere honden overweg, alleen willen ze wel altijd even laten zien dat zij de baas willen zijn.

Het is een echte gezinshond omdat ze dol op gezelligheid zijn en dol zijn op mensen en vooral kinderen!!!!

De Shiba Inu een gewoon een geweldige hond!!!!!

 

De geschiedenis van de Shiba Inu!!

Zoals gezegd komt de Shiba Inu uit Japan uit het gebied rond de stille oceaan, en is een zeer oud ras. De Shiba Inu  werd daar gebruikt voor de jacht op klein wild en vogels, maar ook als waakhond en gezelschapshond.

De Shiba Inu  is waakzaam, actief en vrolijk.

Met de jaren is het ras steeds populairder geworden, mede door het formaat, zijn gedrag en vooral het mooie uiterlijk.

De Shiba Inu  komt met name uit de berggebieden op de eilanden van Japan. Waar ze als wilde honden lang geleden terechtkwamen. Uit deze honden is de “Nippon Inu”ontstaan, deze wordt gezien als de voorouders van alle Japanse keesachtige rassen. De Japanners waren toen nog niet bezig met het fokken op aanleg en uiterlijk omdat jacht of herdershonden daar niet nodig waren, daardoor bleef het oude oertype in stand, de meeste waren al allround, jagers, wakers, vechters en slede honden, soms werden ze ook wel gegeten. De verschillen die zich ontwikkelde hadden te maken met de grootte en instelling op het klimaat. Op de noordelijke eilanden is het ’s winters heel koud, terwijl het in het zuiden heel warm kan zijn, dus was er veel verschil in de structuur van de vacht. Uit de “Nippon Inu”kwamen heel wat verschillende rassen voort. Begin 1900 werden er verenigingen opgericht om voor de belangen van de Japanse rassen op te komen en fok strategieën en raspunten vast te stellen. De Japanse Kennel Club (JKC) werd in 1948 opgericht, en vanaf die tijd is men over gegaan op regelgeving, het erkennen van rassen en het vaststellen van raspunten. Al voor de 2de wereldoorlog waren de goede Shiba’s al verzameld en in de oorlog had men aan aantal “ideale”Shiba’s gefokt.

Waar overigens aan het eind van de oorlog nog maar weinig van over was. Dus moest er na de oorlog een nieuwe fokzuivere Shiba komen. In 1949 vond men in Toyama een zeer typische reu, genaamd Tako, deze kreeg nummer 1 in het nieuw opgerichte register voor de Shiba Inu. Hij was 36,5 cm groot en had de kleur rood. De liefhebbers zochten verder en verzamelde 5 honden die geschikt waren voor het fokprogramma en zijn daarmee begonnen. Tegenwoordig is de Shiba Inu de populairste huishond in Japan. Er worden er ongeveer 1000 per jaar (met stamboom) geboren, in ons land zitten we nog niet eens op 5% van dit aantal.

 

Rasbeschrijving van de Shiba Inu.

De Shiba Inu is een levendige, middelgrote, elegante en krachtig gebouwde hond.

Hoofd: Ze hebben een brede schedel, brede wangen, rechte neusrug, stompe voorsnuit, zwarte neusspiegel, lichte voorhoofdsgroef.

Ogen: Vrij kleine ogen die driehoekig zijn, goed uit elkaar geplaatst en donkerbruin.

Oren: Kleine oren, driehoekige vorm en staan rechtop iets naar voren.

Gebit: Schaargebit.

Hals: Een krachtige en gespierde nek.

Lichaam: Korte rechte rug, brede, gespierde lendenen, een diepe borstkas, normaal gewelfde ribben, goed opgericht, en een goed opgetrokken buiklijn.

Voeten: Veerkrachtige voetzolen en goed gewelfde sterke tenen.

Ledematen: Goed gehoekt in schouder en opperarm, goede botten, veerkrachtige voormiddenvoet, lange en goedgespierde dijen.

Staart: Krachtige staart en hoog aangezet, is sterk gekruld en wordt sabelvormig over de rug gedragen.

Gangwerk: Energiek, levendig en licht.

Vacht: Hard, recht dekhaar en zacht, dichte en volle ondervacht, en een lange vacht op de staart.

Kleur: Black and tan, rood, sesam en wit.

Schofthoogte: De reu 40 cm, het teefje 37 cm, en een afwijking van 1,5 cm is toegestaan.

Groepsindeling: In Nederland, spitsen en oertype.

 

De Kleuren:

Alle Shiba Inu kleuren (op de witte na) moeten een witte aftekening hebben aan de snuit, wangen,hals, onderkant van de borst en de onderkant van de staart, ook wit aan de onderkant van de poten is toegestaan.

Deze aftekening noemen we “URAJIRO”.

ROOD:

Er zijn veel verschillende kleuren rood van licht tot donkerrood. Een rode Shiba Inu is (vooral in Japan)een favoriete kleur.Dit komt waarschijnlijk omdat de rode Shiba Inu het meest op een vosje lijkt. Als je met een rode Shiba Inu loopt hoor je vaak………het lijkt wel een vosje.

Ook door de witte punt op de staart (wat door de Japanners wordt gezien als geluksbrengend).

ROOD SESAM:

Rood sesam is een rode Shiba Inu met zwarte haarpunten. In het Japans noemt men deze kleur “Goma”, deze kleur is op een na de favoriete kleur in Japan. Er zijn verschillende sesam honden de een heeft veel zwarte punten de ander iets minder en bij sommige is het bijna helemaal niet te zien.

BLACK AND TAN:

Een black and tan Shiba Inu heeft zwart en bruine kleuren. Deze kleur is een tijd niet zo populair geweest in Nederland, maar er komt nu steeds meer vraag naar. Er zijn een aantal fokkers die een black and tan lijn willen gaan fokken. Ze lijken niet zo op een vosje als de rode en sesam Shiba Inu’s maar zijn ook erg mooi, maar smaken verschillen (gelukkig).

Ook als je een black and tan Shiba Inu uitlaat krijg je sneller de vraag wat is dat voor een ras?

Je moet met een Shiba Inu wel de tijd nemen om uit te laten, niet voor de hond, maar omdat er altijd wel iemand is die het baasje aanspreekt en alles wil weten over de Shiba Inu. En het leuke is dat het altijd positieve reacties zijn!!!

WIT:

De witte Shiba Inu is als pup spierwit, maar naarmate de hond ouder wordt, wordt de kleur wat geler. Meestal zijn de oren rood. Op shows is de witte Shiba Inu meestal niet toegestaan. Er worden nog steeds witte Shiba Inu’s geboren uit ouders met de toegestane kleuren, daarom krijgen de witte Shiba Inu’s wel een stamboom net als alle andere kleuren.

 

Verzorging:

De Shiba Inu heeft twee vachten, een zachte dikke ondervacht en een iets stuggere bovenvacht. De vacht is heel makkelijk in de verzorging. De Shiba Inu verliest 2x per jaar zijn ondervacht, ze verliezen dan heel snel heel veel haar tegelijk en na een paar keer goed borstelen heb je de ondervacht er meestal helemaal uit. Als de ondervacht eruit is lijken ze heel mager maar binnen een paar weken zijn ze weer op en top met een nieuwe ondervacht.

Als je een pup van een paar weken laat wennen aan borstelen (bv. 1x per week) gaan ze er aan wennen en krijgen ze er ook geen hekel aan. Een Shiba Inu is van zichzelf heel schoon (ze wassen zich als een kat) dus in bad of onder de douche is niet nodig, tenzij……ze in de modder of iets dergelijks hebben liggen rollen. Kleine tip: mocht er iemand allergisch zijn voor honden (wat meestal door de huidschilfers komt) dan is daar bij de dierenarts en dierenspeciaalzaak een speciale shampoo (speciaal voor honden) voor en als dat wordt gebruikt volgens de voorschriften dan is het probleem meestal opgelost.

De Shiba Inu moet, net als elke hond, elk jaar worden ingeënt en 2x per jaar worden ontwormd (dit is niet alleen voor de hond belangrijk maar ook voor Carapatiënten). En natuurlijk moet elke hond regelmatig op vlooien en teken gecontroleerd worden.

Bij het gebit van de Shiba Inu kan door zacht voedsel snel tandsteen ontstaan, harde brokken voorkomt dit probleem. Mocht de Shiba Inu toch last van tandsteen krijgen geef dan een kluif of flostouw van katoen, en wordt het te erg laat het dan verwijderen door de dierenarts.

 

PUPS:

De Shiba Inu pup is een heel aantrekkelijk hondje, ziet er heel lief uit, een bolletje wol die zich af en toe gedraagt als een poesje.

Een Shiba Inu  krijgt over het algemeen 1 of 2 (soms 3) pups, meer pups is echt een uitzondering, daarom zijn er ook maar zo weinig pups per jaar beschikbaar.

De Shiba Inu moeder is heel uniek in de verzorging van haar pups. Dit komt doordat de Shiba Inu van nature een heel zindelijk en schoon ras is. Ook de Shiba Inu pup is heel leergierig en met een brokje of koekje krijg je heel wat aangeleerd. Als de pups het nest na 7 a 9 weken het nest verlaten zijn ze bijna altijd al zindelijk. Een Shiba Inu pup moet als hij 6,9 en 12 weken worden ingeënt. Dit gebeurt door de dierenarts. Zolang de pup bij de fokker is, gaat deze naar zijn/haar dierenarts, deze geeft ook een entingsboekje af, waar precies in staat wanneer de pup zijn/haar volgende enting moet hebben, en ook vermeld de dierenarts of (na onderzoek) de pup gezond is (dit onderzoek wordt gedaan als de pup 6 weken is). Ook staat erin wanneer de pup ontwormd moet worden (heel belangrijk).

Tussen de 6e en 9e week worden de pups gechipt door de Raad van Bestuur op Kynologisch gebied in Nederland, ook dit chipnummer staat d.m.v. een sticker in het entingsboekje. Laat dit nummer altijd even vergelijken met het nummer dat in de chip in de nek van de hond staat. Als de fokker zelf geen afleesapparaat heeft doe dit dan bij de dierenarts bij u in de buurt. (dit om verwisseling te voorkomen).

Als de pup wordt opgehaald door de nieuwe eigenaar, wordt er altijd een formulier ingevuld voor het aanvragen van stambomen. Als dit is opgestuurd duurt het nog wel enkele maanden voordat de fokker de stambomen krijgt, deze stuurt de stambomen dan aangetekend naar de eigenaar van de pup. De ouders van de Shiba Inu pup moeten zijn getest op ogen (elk jaar), patella luxatie (knieën) en de heupen (HD foto’s). Deze papieren (of een kopie ervan) heeft de fokker in huis en mag u inzien. Als de pup met de nieuwe eigenaar mee gaat, geeft de fokker meestal een aantal dingen mee, bv. Een puppypakketje, daar zit meestal wat puppyvoer, folders,voedingsadviezen enz. in. Dit puppy voer is meestal het voer wat de fokker aan de puppy’s heeft gegeven en is meestal voldoende voor de eerste paar dagen. Mocht u het voer willen veranderen doe dit dan gemixt met het voer wat u heeft meegekregen i.v.m. diaree. Meestal geeft de fokker ook iets mee uit het nest (een stukje kleed, oude sok), zodat de pup iets vertrouwds heeft in zijn nieuwe omgeving. Dus u gaat meestal met volle handen naar huis. Eenmaal in het nieuwe huis aangekomen zal de pup erg onder de indruk zijn van alles wat voor hem nieuw is. Het beste is dat een Shiba Inu pup direct wordt opgevoed zoals gewenst, maar dit moet wel consequent gebeuren.

Zindelijk: als de pup gespeeld, geslapen en/of gegeten heeft moet hij even naar buiten, als hij/zij zijn behoefte heeft gedaan geef dan een kleine beloning (brokje/koekje). Als hij/zij de behoefte binnen doet en u ziet dit, zeg dan met een lage stem “foei” en breng de pup alsnog naar buiten, na verloop van tijd ziet hij/zij in dat hij wordt beloond als hij het buiten doet en dat het binnen niet mag.

Socialiseren: bij de Shiba Inu is het heel erg belangrijk dat u hem overal mee naar toe neemt, het winkelcentrum, het station, familiebezoekjes, een ritje in de auto etc. etc. (natuurlijk op de arm zolang het de 3de enting nog niet heeft gehad). Een Shiba Inu moet voordat het 13 weken is zoveel mogelijk meemaken om de neiging tot gereserveerdheid niet over te laten gaan in schuw of bang gedrag.Het socialiseren gebeurt al hier bij ons vanaf dag 1 en staat hoog in het vaandel daar het voor de Shiba erg van belang is!!

Veiligheid in huis: zorg altijd dat kabeltjes en snoertjes opgeborgen zijn er dus niet aan gekluifd kan worden. Als de pup een keer alleen moet zijn zet hem dan in een ruimte waar hij veilig is en niets kapot kan maken, of zet hem in een bench (kan ook tijdelijk gehuurd worden bij dierenspeciaalzaak).

Door de pup daar af en toe eventjes (opbouwend in tijd) in te doen leert hij goed alleen te zijn.